WAAROM ALTIJD DAT GEVIT?

Een deel van mij is altijd waakzaam. Laat ik dat deel voor het gemak ‘de Vitter’ noemen. Vooral als het spannend wordt, krijg ik van hem een continue stroom van kritiek over mij heen. De Vitter is nooit tevreden, er is altijd wel iets wat beter kan. Hij jaagt mij op, ondermijnt mijn zelfvertrouwen en plezier, en maakt me afhankelijk van de goedkeuring van anderen.

Lang heb ik tegen hem gestreden en geprobeerd hem monddood te maken. Maar hoe meer ik hem probeer te negeren, hoe luider hij begint te vitten. Hoe maak ik dit gedwongen huwelijk leefbaar?

Ik deel mijn geworstel met de Vitter met een vriend. Hij geeft mij het advies om mijn Vitter ‘te omarmen’. Te luisteren naar wat hij te vertellen heeft en zijn zorgen héél serieus te nemen. Ik heb wat aarzelingen bij dit goedbedoelde advies, maar geef het toch een kans.

‘Beste Vitter, wat is jouw grootste zorg?

Nou…, ik ben erg bang dat je anderen teleurstelt, dat je faalt en afgaat, dat je de verwachtingen die je wekt niet waarmaakt, dat anderen zien dat je in wezen niet veel voorstelt. Ik wil je beschermen voor de pijn van de afwijzing. Daarom ben ik continue alert.

Oh! Dus je bent eigenlijk heel hard aan het werk om mij te beschermen?’

Het gesprekje met mijn Vitter geeft mij een belangrijk inzicht. Mijn Vitter is niet alleen maar erg irritant en veroordelend, hij brengt mij ook iets. Hij zorgt ervoor dat ik altijd goed voorbereid ben, dat ik discipline en concentratie kan opbrengen én hij geeft mij een alerte scherpe blik.

Vanaf het moment dat ik de zorgen van mijn Vitter serieus neem, kan hij gemakkelijker ontspannen en soms zelfs even zijn mond houden. De Vitter in deze getransformeerde rol, werkt nu vóór mij als een vriendelijke waarschuwer, in plaats van mij te blokkeren.

vitter

‘Menschenkinder’ © Anne Thoss